Leo Copers (1947, Gent) heeft een uiteenlopend oeuvre van sculpturaal werk, installaties en performances sinds de late jaren 60. In zijn werk zien we de thematiek van gevaar, destructie en vergankelijkheid telkens terugkeren. Dit gegeven wordt op een dualistische manier benaderd; een dramatische enscenering wordt op een poëtische wijze in beeld gebracht. Hiervoor gebruikt de kunstenaar dagelijkse objecten die hij aanvult, verandert of isoleert.
Copers stelt zijn werk niet zonder enige ironie samen, hij creëert ze op strategische wijze. De gebruiksvoorwerpen worden geselecteerd op basis van hun specifieke verwachtingspatroon. Die verwachting wordt echter onmiddellijk doorprikt daar er in de context een minieme verandering wordt aangebracht. De materiaalkeuze insinueert wel gevaar, maar resulteert in een vervreemdend en romantisch beeld. Het thema van dreiging en spanning komt zo geregeld terug, maar wordt op een esthetische manier verbeeld. Een ander aspect dat het thema versterkt is de spanning tussen de elementen. De kunstenaar is geïnteresseerd in natuurkrachten zoals water, licht en vuur, en streeft naar een evenwicht hiertussen.
Bron: M HKA