Omstreeks 1980 keerde Guy Leclercq (°1940) zich af van de figuratieve kunst om via een langzaam en bedachtzaam proces te evolueren naar de geometrische abstractie, naar vereenvoudiging en synthese.
Hij weet zich geboeid door universele thema's als liefde, passie en erotiek, maar ook door spanning, afwijzing en jaloezie. In zijn composities vertrekt hij van de geometrie die hij snel overstijgt en laat uitgroeien tot een poëtische variant. Vlakken schuiven over en door elkaar in een ritmisch spel. Het koloriet wordt beheerst door zachte grijzen, gebroken witten, harde zwarten en groene schijnen. Zijn werk lijkt een zoeken naar synthese tussen koude en warme abstractie, tussen geometrie en lyriek. Niet de magie maar wel de mystiek staat bij hem centraal. Leclercq beoefent de abstractie dan ook niet omwille van de abstractie zelf, maar als middel om een boodschap over te brengen - Willem Elias.