Ed van der Elsken (Amsterdam, 10 maart 1925 – Edam, 28 december 1990) was een Nederlandse fotograaf en cineast. Van 1950 tot 1954 woonde en werkte hij in Parijs.
In 1956 kwam zijn eerste fotoboek uit: Een liefdesgeschiedenis in Saint Germain des Prés, waarin hij jonge bohemiens in de Franse hoofdstad fotografeerde, onder wie Vali Myers. Dit boek betekende zijn doorbraak en hierna zouden nog een twintigtal fotoboeken volgen. Van der Elsken maakte van 1959 tot 1960 met zijn toenmalige echtgenote Gerda van der Veen een wereldreis, en vestigde zich in 1971 in Edam. Van daaruit bleef hij reizen, onder meer naar Japan. Van der Elsken was vooral geboeid door mensen in allerlei culturen en omstandigheden. Veel van zijn werk kan als sociale fotografie gekenmerkt worden. Hij werkte mee aan het internationale fotoboek The Family of Man. In 1977 gaf hij het fotoboek Eye love you uit, waarin hij mensen van hun kleurrijke kant liet zien. Van der Elsken was ook als cineast actief. Hij maakte zijn eerste film in 1960. In 1963 maakte hij Welkom in het leven, lieve kleine, een van de eerste films die met een kleine schoudercamera werden opgenomen, met synchroon geluid. In de film brak Van der Elsken met de traditie dat een filmer 'onzichtbaar' achter de camera stond. Zijn manier van filmen, met de man achter de camera als participant, was van grote invloed op de televisiemakers Hans Keller, Frans Bromet en Roelof Kiers. In 1971 kreeg hij voor De verliefde camera de Staatsprijs voor de Filmkunst.
In 1988 hoorde Van der Elsken dat hij prostaatkanker had. Hij begon meteen aan Bye, een film over de periode tot aan zijn dood. Van der Elsken overleed op 65-jarige leeftijd in zijn woonplaats Edam.