Een liefdesgeschiedenis in Saint-Germain-des-Prés is een van de belangrijkste boeken uit de geschiedenis van de Nederlandse fotografie. Het verscheen voor het eerst in 1956, bij De Bezige Bij, en betekende de doorbraak van fotograaf Ed van der Elsken. Door middel van een filmische opeenvolging van tekst en korrelige zwart-witfoto’s vertelt Van der Elsken ons een semiautobiografisch liefdesverhaal: dat van Manuel en Ann, gesitueerd in de grimmige sfeer van het naoorlogse Parijs van de jaren 1950. Van der Elsken volgt Ann met zijn camera op haar zwerftocht door Parijs, terwijl ze danst, drinkt, flirt, vecht, slaapt, verliefd wordt... Ann is eigenlijk de legendarische bohemienne Vali Myers, een Australische kunstenares die bevriend was met Cocteau en Genet. Maar Van der Elsken geeft van bij het begin aan dat ‘de handeling van het boek en de karakters die er een rol in spelen, ontsproten zijn aan de fantasie van de auteur’. Een liefdesgeschiedenis in Saint-Germain-des-Prés is een cultboek geworden, dat tot nu toe bijna onvindbaar was.