Edouard Vergnon
Schilder, etser en fotograaf Jozef Van Ruyssevelt (1941–1985) heeft in een korte tijdspanne een rijk, intens oeuvre tot stand gebracht, dat nog veel te weinig bekend is. Hij was een meester in het gebruik van kleur en clair-obscur, en zijn alledaagse omgeving vormde voor hem een niet-aflatende bron van inspiratie – meubels, gebruiksvoorwerpen, planten, muren, ramen, gebladerte, graspartijen, het omliggende platteland. In zijn stijl vallen de abrupte overgangen op die ook karakteristiek waren voor zijn nu eens geëxalteerde, dan weer neerslachtige persoonlijkheid.
Dit boek presenteert een groot aantal essentiële werken, waarvan er vele nooit eerder zijn gereproduceerd, aangevuld met nog ongepubliceerde foto’s uit het archief van de kunstenaar.
Bij het beeldende werk bevinden zich verschillende gouaches die worden bezocht door de geesten van William Turner, John Constable, Vincent van Gogh, Edward Hopper, Cy Twombly of Mark Rothko. Maar een geest is geen invloed. Van Ruyssevelt putte niet rechtstreeks uit hun schilderijen en zou dat ook niet hebben willen doen. De werken in kwestie duiden op een mysterieus, geheim pact tussen schilders, met de Schilderkunst – ‘bezocht worden’, dat is in dit boek de andere betekenis van ‘bezoek’.