Hellen van Meene fotografeert haar modellen in al hun tedere wilskracht, maar toont tegelijk ook hun kwetsbaarheid. De beelden tonen zowel het zelfbewuste als het onzekere gevoel dat eigen is aan de ontluikende identiteit van de meisjes. De vaak feeërieke japonnen en hemdjes waar de modellen in worden gehuld, versterken niet alleen hun kwetsbaarheid, maar ook hun onschuld en aantrekkelijkheid. Hierdoor ontstaat een vervreemdend effect dat typerend is voor de levensfase waarin ze zich bevinden: tussen volwassenheid en kindertijd, maar ook tussen onschuld en verleiding.
Hoewel Van Meene haar foto's onverbloemd in scène zet, van houding en uitdrukking tot locatie en kledij, gaat ze toch steeds intuïtief te werk. De sfeer van ieder beeld is het resultaat van een persoonlijke benadering van haar model, ongeacht waar ze wonen, hun ras of sociale status. Voor Van Meene bezitten jonge vrouwen – meisjes aan de vooravond van hun metamorfose naar de volwassenheid – ondanks hun onzekerheid de aandoenlijke gave om zichzelf te zijn.
Dit vierkante portret van een jong meisje in Sint-Petersburg wordt in 2008 door Van Meene tot in de perfectie in scène gezet. De sfeer van de donkere, aftandse keuken staat in schril contrast met de ontluikende schoonheid van het subtiel belichte meisje. Het van opzij invallende licht roept reminiscenties op aan de 17e eeuwse picturale wereld van Vermeer.