Jim Dwinger, Philo Ouweleen, Chris Uhlenbeck
De 20e eeuw is een relatief onderbelichte periode in de Japanse prentkunst. Sinds de jaren 1990 is er echter een groeiende belangstelling van musea en particuliere verzamelaars voor shin hanga (‘nieuwe prenten’). Deze prachtige ontwerpen zijn het resultaat van een traditionele maar bijzonder succesvolle samenwerking tussen kunstenaar, uitgever, blokkenmaker en drukker.
De prenten worden voornamelijk gedomineerd door twee genres: afbeeldingen van mooie vrouwen door kunstenaars als Goyō, Kotondo en Shinsui, en indrukwekkende landschappen door kunstenaars als Hasui en Shinsui. Toch onderscheiden de shin hanga-prenten zich niet zozeer door hun onderwerp als wel door hun beeldtaal van hun traditionele voorgangers. Waar de klassiek afgebeelde vrouwen gestileerd en geïdealiseerd waren, zijn hun meer recente tegenhangers gebaseerd op echte modellen en doordrongen van emotie.
De shin hanga-landschappen zijn intussen meer impressionistisch dan figuratief, waarbij een scala aan kleurnuances wordt gebruikt om een uitzonderlijk sfeervol resultaat te bereiken. Een opmerkelijke mate van technische perfectie is eveneens een kenmerk van deze prenten.
De dynamische uitgever Watanabe Shōzaburō (1885–1962) was de drijvende kracht achter de shin hanga-beweging. Onder zijn invloed verschoof de nadruk van massaproductie naar een meer exclusieve kunstvorm. De fraaie selectie die hier wordt weergegeven, is grotendeels afkomstig uit twee grote particuliere collecties, aangevuld met werken uit de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel en – met zeldzame toestemming – stukken uit de familiecollectie van uitgever Watanabe, de man die het allemaal in gang zette.
Deze nieuwe editie is herzien en uitgebreid met nieuwe illustraties van prenten van zes kunstenaars.


